3 december 2011

Het Athene van Servië - 2

In mijn weblog van 8 oktober jongstleden, met als titel ‘Het Athene van Servië’, over hetgeen Novi Sad te bieden heeft op het gebied van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, daarbij verwijzend naar onder meer de universiteit van Novi Sad en de wetenschappelijke instituten Matica Srpska en SANU, schreef ik: “Helaas biedt Servië niet veel werkgelegenheid voor wetenschappers. Daarom vertrekken vooral de hoogopgeleide jongeren naar het buitenland om daar hun geluk te beproeven. En hoewel het westen dankbaar profiteert van deze in Servië opgeleide hoogvliegers is dit voor Servië zelf niet zo goed; het land zou hoopgeleide jongeren op belangrijke posten goed kunnen gebruiken.”

In de B92-nieuwsmail van zondag 20 november jongstleden het volgende bericht: SANU marks 170th anniversary. Dit jubileum werd gevierd in Belgrado. De huidige Servische president Boris Tadić was één van de sprekers. Hij zei onder andere het volgende: “We do not want to educate young researchers for others who are wealthier than us, instead we would like to create good working and living conditions and perspective for them so that they could realize their professional goals here and contribute to the advancement of economy, social and cultural life in their own country”. En de minister van onderwijs en wetenschap, Žarko Obradović, betoogde: “Serbia has one of the most important resources namely human resources - competent scientists, researchers, experts, and therefore it has to earmark much more funds for science and education.” “Te laat”, reageerde een hoogopgeleide Servische kennis van mij. Ik begrijp haar. Maar ik zou daar aan willen toevoegen: “Beter laat dan nooit”.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten